Betekenis 'march'
Je hebt gezocht op het woord: march.
1march (zelfstandig naamwoord) 1mars2opmars: on the march in opmars¶steal a march on s.o. iem. te vlug af zijn
2march (onovergankelijk werkwoord) 1(op)marcheren, aanrukken: quick march! voorwaarts mars!
3march (overgankelijk werkwoord) 1doen marcheren2leiden, voeren (te voet): be marched away (of: off) weggeleid worden
March 1maart
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.