Betekenis 'let'

Je hebt gezocht op het woord: let.

1let (zelfstandig naamwoord) 1(sport, vnl. tennis) let(bal), overgespeelde bal2beletsel, belemmering: without let or hindrance vrijelijk, zonder (enig) beletsel 2let (onovergankelijk werkwoord; let, let) 1verhuurd worden2uitbesteed worden(informeel) let on (about, that) verklappen, doorvertellen (dat); (informeel) let on (that) net doen (alsof) 3let (overgankelijk werkwoord; let, let) 1laten, toestaan: let sth. be known iets laten weten; please, let me buy this round laat mij nu toch dit rondje aanbieden2(gebiedende wijs) laten: let me hear (of: know) hou me op de hoogte; let me see eens kijken; let's not talk about it laten we er niet over praten3(wiskunde) stellen, geven: let x be y+z stel x is y+z, gegeven x is y+z4verhuren, in huur geven5aanbestedenlet s.o. be iem. met rust laten; let fly (at) uithalen (naar); let s.o. get on with it iem. zijn gang laten gaan; let go (of) loslaten, uit zijn hoofd zetten, ophouden (over); let o.s. go zich laten gaan; let s.o. have it iem. de volle laag geven, iem. ervan langs geven; let slip (a) laten uitlekken; (b) missen, voorbij laten gaan (kans); let through laten passeren, doorlaten; let into (a) binnenlaten in, toelaten tot; (b) in vertrouwen nemen over, vertellen let down 1neerlaten, laten zakken, laten vallen2teleurstellen, in de steek laten: don't let me down laat me niet in de steek3leeg laten lopen (band) let in 1binnenlaten, toelaten: let o.s. in zich toegang verschaffenlet in for opschepen met, laten opdraaien voor; let o.s. in for zich op de hals halen; let in on (a) in vertrouwen nemen over, inlichten over; (b) laten meedoen met let off 1afvuren, afsteken, af laten gaan: let off fireworks vuurwerk afsteken2excuseren, vrijuit laten gaan, vrijstellen van: the judge let him off de rechter liet hem vrijuit gaan; be let off with er afkomen met 1let out (onovergankelijk werkwoord) 1uithalen, van leer trekken: let out at s.o. naar iem. uithalen, tegen iem. uitvaren2dichtgaan, sluiten, uitgaan (van school e.d.) 2let out (overgankelijk werkwoord) 1uitnemen, wijder maken (kleding)2laten uitlekken, verklappen, openbaar maken, bekendmaken3laten ontsnappen, vrijlaten, laten gaan: let the air out of a balloon een ballon laten leeglopen4geven (gil)5de laan uitsturen, ontslaan, (van school) sturen let up 1minder worden, afnemen, gaan liggen: I hope the wind's going to let up a little ik hoop dat de wind wat gaat liggen2het kalm aan doen, gas terugnemen3pauzeren, ophouden (met werken)

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.