Betekenis 'lastly'
Je hebt gezocht op het woord: lastly.
1last (zelfstandig naamwoord) 1(schoenmakers)leest¶stick to one's last zich bij zijn leest houden
2last (onovergankelijk werkwoord) 1duren, aanhouden2meegaan, intact blijven, houdbaar zijn: his irritation won't last zijn ergernis gaat wel over; last out (a) niet opraken; (b) het volhouden3toereikend zijn
3last (overgankelijk werkwoord) 1toereikend zijn voor, voldoende zijn voor
4last (bijwoord) 1als laatste, (in samenstelling) laatst-: come in last als laatste binnenkomen; last-mentioned laatstgenoemde; last but not least (als) laatstgenoemde, maar daarom niet minder belangrijk2(voor) het laatst, (voor) de laatste keer: when did you see her last? (of: last see her?) wanneer heb je haar voor het laatst gezien?
5last (telwoord) 1laatste (van reeks), laatstgenoemde: breathe one's last zijn laatste adem uitblazen; fight to (of: till) the last vechten tot het uiterste; I don't think we have seen the last of him ik denk dat we nog wel terugzien¶at (long) last (uit)eindelijk, ten slotte
6last (telwoord) 1laatste (ook figuurlijk), vorige, verleden: at the last minute (of: moment) op het laatste ogenblik; last night gister(en)avond, vannacht; last Tuesday vorige week dinsdag; the last but one de voorlaatste; the last few days de laatste paar dagen¶that's the last straw dat doet de deur dicht; the last word in cars het nieuwste snufje op het gebied van auto's; down to every last detail tot in de kleinste details
lastly 1ten slotte, in de laatste plaats, tot slot
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.