Betekenis 'haven't'
Je hebt gezocht op het woord: haven't.
have (had, had) 1hebben, bezitten, beschikken over, houden: he has (got) an excellent memory hij beschikt over een voortreffelijk geheugen; have mercy on us heb medelijden met ons; I've got it ik heb het, ik weet het (weer); you have sth. there daar zeg je (me) wat, daar zit wat in; have sth. about (of: on, with) one iets bij zich hebben; what does she have against me? wat heeft ze tegen mij?2(als onderdeel) bevatten, bestaan uit: the book has six chapters het boek telt zes hoofdstukken3krijgen, ontvangen: we've had no news we hebben geen nieuws (ontvangen); you can have it back tomorrow je kunt het morgen terugkrijgen4nemen, pakken, gebruiken (eten, drinken e.d.): have breakfast ontbijten; have a drink iets drinken, een drankje nemen5hebben, genieten van, lijden aan: have a good time het naar zijn zin hebben6hebben, laten liggen, leggen, zetten: let's have the rug in the hall laten we het tapijt in de hal leggen7hebben, maken, nemen: have a bath (of: shower) een bad (of: douche) nemen; have a try iets proberen8toelaten, accepteren: I won't have such conduct ik accepteer zulk gedrag niet; I'm not having any ik pik het niet, ik pieker er niet over9hebben te: I still have quite a bit of work to do ik heb nog heel wat te doen10laten, doen, opdracht geven te: have one's hair cut zijn haar laten knippen11krijgen (kind): have a child by een kind hebben van12zorgen voor: can you have the children tonight? kun jij vanavond voor de kinderen zorgen?13(informeel) te pakken hebben (letterlijk en figuurlijk), het winnen van: you've got me there (a) jij wint; (b) geen idee, daar vraag je me wat14(Brits; informeel) bedriegen, bij de neus nemen: John's been had ze hebben John beetgenomen15hebben, zijn: I have worked ik heb gewerkt; he has died hij is gestorven; I had better (of: best) forget it ik moest dat maar vergeten; I'd just as soon die ik zou net zo lief doodgaan¶he had it coming to him hij kreeg zijn verdiende loon; rumour has it that … het gerucht gaat dat …; have it (from s.o.) het (van iem.) gehoord hebben; (informeel) have had it (a) hangen, de klos zijn; (b) niet meer de oude zijn, dood zijn; (c) het zat (of: beu) zijn, er de brui aan geven; have it in for s.o. een hekel hebben aan iem., het op iem. gemunt hebben, de pik hebben op iem.; have it (of: the matter) out with s.o. het (probleem) uitpraten met iem.; (Brits) have s.o. up (for sth.) iem. voor de rechtbank brengen (wegens iets); have nothing on niet kunnen tippen aan
haven't (samentrekking van have not) zie have
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.