Betekenis 'gross'
Je hebt gezocht op het woord: gross.
1gross (zelfstandig naamwoord) 1gros, 12 dozijn, 144: by the gross bij dozijnen, bij het gros
2gross (bijvoeglijk naamwoord) 1grof (ook figuurlijk), dik, lomp: gross injustice uitgesproken onrechtvaardigheid; gross language ruwe taal2bruto, totaal: gross national product bruto nationaal product
3gross (overgankelijk werkwoord) 1een bruto winst hebben van, in totaal verdienen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.