Betekenis 'call'
Je hebt gezocht op het woord: call.
1call (zelfstandig naamwoord) 1kreet, roep van dier, roep van vogel: we heard a call for help we hoorden hulpgeroep; within call binnen gehoorsafstand2(kort, formeel, zakelijk) bezoek: pay a call een visite afleggen, (informeel; eufemistisch) naar een zekere plaats (of: nummer 100) gaan3beroep, aanspraak, claim4oproep(ing), roep(ing), appel, voorlezing van presentielijst, (financiën) oproep tot aflossing van een schuld, aanmaning: the actors received a call for eight o'clock de acteurs moesten om acht uur op; at call, on call (onmiddellijk) beschikbaar, op afroep; the doctor was on call de dokter had bereikbaarheidsdienst5reden, aanleiding, noodzaak, behoefte: there's no call for you to worry je hoeft je niet ongerust te maken6telefoontje, (telefoon)gesprek¶(Brits) call to the bar toelating als advocaat; (eufemistisch) call of nature aandrang (om naar het toilet te gaan), natuurlijke behoefte
2call (onovergankelijk werkwoord) 1(even) langsgaan (langskomen), (kort) op bezoek gaan, stoppen (op station): the ship calls at numerous ports het schip doet talrijke havens aan
3call (overgankelijk werkwoord) 1afroepen, oplezen, opsommen: call out numbers nummers afroepen2(op)roepen, aanroepen, terugroepen (acteur), tot het priesterschap roepen: call a witness een getuige oproepen3afkondigen, bijeenroepen, proclameren: call a meeting een vergadering bijeenroepen4wakker maken, wekken, roepen5(be)noemen, aanduiden als: call s.o. a liar iem. uitmaken voor leugenaar; (informeel) what-d'you-call-it hoe-heet-het-ook-weer?, dinges; Peter is called after his grandfather Peter is vernoemd naar zijn grootvader6vinden, beschouwen als: I call it nonsense ik vind het onzin7het houden op, zeggen, (een bedrag) afmaken op: let's call it ten euros laten we het op tien euro houden8(kaartspel) bieden¶call into being in het leven roepen; call away wegroepen; call forth oproepen, (naar) boven brengen
4call (overgankelijk en onovergankelijk werkwoord) 1(uit)roepen: call for help om hulp roepen2(op)bellen3(kaartspel) bieden
call for 1komen om, (komen) afhalen2wensen, verlangen, vragen: call for the bill de rekening vragen3vereisen: this situation calls for immediate action in deze toestand is onmiddellijk handelen geboden
call in 1laten komen, de hulp inroepen van, consulteren: call in a specialist er een specialist bij halen2terugroepen, terugvorderen, uit de circulatie nemen: some cars had to be called in een aantal auto's moest terug naar de fabriek
call off 1afzeggen, afgelasten: call off one's engagement het afmaken
1call out (onovergankelijk werkwoord) 1uitroepen, een gil geven2roepen, hardop praten
2call out (overgankelijk werkwoord) 1afroepen, opnoemen2te hulp roepen (brandweer e.d.)3(+ on, for) aanspreken (op): I called him out on his behaviour ik sprak hem aan op zijn gedrag
call up 1opbellen2in het geheugen roepen, zich (weer) voor de geest halen3(militair) oproepen, te hulp roepen, inschakelen: call up reserves reserves inzetten
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.