Betekenis 'bear'

Je hebt gezocht op het woord: bear.

1bear (zelfstandig naamwoord) 1beer2ongelikte beer, bullebak 2bear (onovergankelijk werkwoord; bore, borne) 1houden (van ijs)2dragen (van muur)3vruchten voortbrengen, vruchtbaar zijn4(aan)houden (van richting), (voort)gaan, lopen: bear (to the) left links afslaan5druk uitoefenen, duwen, leunen: bear hard (of: heavily, severely) (up)on zwaar drukken op (figuurlijk)6(+ (up)on) invloed hebben (op), van invloed zijn (op), betrekking hebben (op) 3bear (overgankelijk werkwoord; bore, borne) 1dragen: bear fruit vruchten voortbrengen, (figuurlijk) vruchten afwerpen; bear away a prize, bear off a price een prijs in de wacht slepen2(over)brengen3vertonen, hebben: bear signs (of: traces) of tekenen (of: sporen) vertonen van4hebben (voelen) voor, toedragen, koesteren5verdragen, uitstaan: his words won't bear repeating zijn woorden zijn niet voor herhaling vatbaar6voortbrengen, baren: borne by geboren uit bear down 1persen, druk uitoefenenbear down (up)on zwaar drukken op bear out 1(onder)steunen, bekrachtigen, staven: bear s.o. out iemands verklaring bevestigen bear up 1zich (goed) houden, zich redden: bear up against sth. ergens tegen opgewassen zijn bear with 1geduld hebben met

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.