Betekenis 'Right'
Je hebt gezocht op het woord: Right.
1right (zelfstandig naamwoord) 1rechterkant: keep to the right rechts houden; on (of: to) your right aan je rechterkant2rechterhand, rechtse (bij boksen), rechter(hand)schoen3rechts, de conservatieven4recht, voorrecht, (gerechtvaardigde) eis: the right of free speech het recht op vrije meningsuiting; right of way recht van overpad, (verkeer) voorrang(srecht); all rights reserved alle rechten voorbehouden; he has a right to the money hij heeft recht op het geld; within one's rights in zijn recht5recht, gerechtigheid: he is in the right hij heeft gelijk, hij heeft het recht aan zijn kant¶put (of: set) to rights in orde brengen, rechtzetten
2right (bijvoeglijk naamwoord) 1juist, correct, rechtmatig: you were right to tell her je deed er goed aan het haar te vertellen; put (of: set) the clock right de klok juist zetten2juist, gepast, recht: strike the right note de juiste toon aanslaan; on the right side of fifty nog geen vijftig (jaar oud); keep on the right side of the law zich (keurig) aan de wet houden; do the right thing doen wat juist is, doen wat (zo) hoort; (figuurlijk) be on the right track op het goede spoor zitten; right angle rechte hoek3in goede staat, in orde: let me see if I've got this right even kijken of ik het goed begrijp4rechts, conservatief5eerlijk, betrouwbaar: the right sort het goede soort (mensen); Mister Right de ware Jakob; (as) right as rain perfect in orde, kerngezond; put (of: set) s.o. right iem. terechtwijzen; see s.o. right zorgen dat iem. aan zijn trekken komt; right enough bevredigend, ja hoor6waar, echt, heus: it's a right mess het is een puinzooi7gelijk: you are right je hebt gelijk8rechtvaardig, gerechtvaardigd: it seemed only right to tell you this ik vond dat je dit moest weten
3right (overgankelijk werkwoord) 1rechtmaken, recht(op) zetten: the yacht righted itself het jacht kwam weer recht te liggen2genoegdoening geven, rehabiliteren3verbeteren, rechtzetten (fouten): right a wrong een onrecht herstellen¶right o.s. zich herstellen
4right (bijwoord) 1naar rechts, aan de rechterzijde: right arm (of: hand) rechterhand, assistent; keep on the right side rechts houden; right and left aan alle kanten, overal, links en rechts; right, left and centre, left, right, and centre aan alle kanten2juist, vlak, regelrecht: right ahead recht vooruit; right behind you vlak achter je3onmiddellijk, direct: I'll be right back ik ben zó terug4juist, correct: nothing seems to go right for her niets wil haar lukken5helemaal, volledig: she turned right round zij maakte volledig rechtsomkeert6zeer, heel, recht¶right away onmiddellijk; right off onmiddellijk; right on zo mogen wij het horen
Right 1Zeer (in aanspreektitels)
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.