Betekenis 'zu'
Je hebt gezocht op het woord: zu.
1zu (bijwoord) 1toe, te: ab und zu af en toe; nur (of: immer) zu! vooruit maar!; zu groß te groot2dicht, gesloten: die Tür ist zu de deur is dicht¶der Kerl war (völlig) zu de kerel was (stom)dronken
2zu (voorzetsel) 1te: zu Fuß te voet2om te: es ist zum Rasendwerden het is om gek te worden3ten: zum Vorteil der Kunden ten voordele van de klanten4ter: sich etwas zu Herzen nehmen zich iets ter harte nemen5tot: von Haus zu Haus van huis tot huis6aan: jmdm. zu Füßen liegen aan iemands voeten liggen; zur Rechten aan de rechterhand7bij: zur Hand bij de hand; Zucker zum Tee nehmen suiker in de thee nemen8in: zu Anfang in het begin; zu Anfang der Woche in het begin van de week9met: zu Weihnachten met kerst; zu dritt met z'n drieën10naar: zum Direktor gehen naar de directeur gaan; zu Tisch gehen aan tafel gaan (om te eten)11op: zu Boden stürzen op de grond vallen12per: zu Schiff per schip13tegen: zu 2 Euro das Dutzend tegen 2 euro per dozijn14voor: aus Liebe zu dir uit liefde voor jou; zur Hälfte voor de helft; zum Teil ten dele¶zu Hause sein thuis zijn; zu ebner Erde gelijkvloers; zur Not desnoods; es steht jetzt fünf zu sechs de stand is nu vijf om zes; zur Zeit (a) ten tijde van; (b) (oude spelling) op het ogenblik, momenteel
3zu (voegwoord) 1te: das Haus ist zu verkaufen het huis is te koop
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.