Betekenis 'zeigen'
Je hebt gezocht op het woord: zeigen.
1zeigen (onovergankelijk werkwoord) 1wijzen, aanwijzen: er zeigte auf mich hij wees naar mij
2zeigen (overgankelijk werkwoord) 1laten zien, tonen, wijzen: die Ampel zeigte Grün het verkeerslicht stond op groen; die Uhr zeigt halb drei de klok staat op half drie¶dem werde ich(')s zeigen! (a) die krijg ik nog wel!; (b) die zal nog opkijken!
sich 3zeigen (wederkerend werkwoord) 1zich (ver)tonen; verschijnen2blijken: er zeigte sich als guter Spieler hij bleek een goed speler te zijn; es zeigte sich, dass … het bleek dat …
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.