Betekenis 'mit'
Je hebt gezocht op het woord: mit.
1mit (bijwoord) 1mee, mede, ook: mit dabei sein ook meedoen; mit sein mee zijn, van de partij zijn
2mit (voorzetsel) 1met: Sprudel mit mineraalwater met een smaakje; Zimmer mit Frühstück kamer met ontbijt; was ist mit ihm? wat is er met hem (aan de hand)?; mit der Zeit met de tijd, langzamerhand2bij: jmdn. mit Namen nennen iem. bij zijn naam noemen3in: mit Dank annehmen in dank aannemen; mit einem Mal(e) ineens; mit einem Wort in één woord4op: mit zwanzig Jahren op twintigjarige leeftijd; jmdn. mit etwas bewirten iem. op iets onthalen5over: ich bin mit ihm zufrieden ik ben tevreden over hem6te; tot: mit Feuer und Schwert te vuur en te zwaard; mit Recht terecht; mit knapper Not ternauwernood7van: mit einem Sohn niederkommen van een zoon bevallen¶(informeel) er ist mit der Größte hij is een van de grootsten
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.