Betekenis 'grau'
Je hebt gezocht op het woord: grau.
grau 1grijs, grauw: alles grau in grau malen pessimistisch zijn; (informeel; voornamelijk schertsend) das graue Elend kriegen zich diep ellendig voelen; grau in grau helemaal grijs; nur eine graue Vorstellung von einer Sache haben slechts een vage voorstelling van iets hebben; (informeel) die grauen Zellen de hersenen
1grauen (onovergankelijk werkwoord) 1aanbreken, dagen: der Morgen graut het begint licht te worden
sich 2grauen (wederkerend werkwoord) 1huiveren, gruwen, griezelen: ich graue mich vor ihm ik griezel van hem
1Grauen (o; geen meervoud) 1afgrijzen, huivering: ein Grauen erregender Anblick een huiveringwekkende aanblik; das große Grauen bekommen koude rillingen krijgen (van afschuw)
2Grauen (o; 2e naamval: -s; meervoud: -) 1schrikbeeld, gruwel
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.