Betekenis 'bricht'
Je hebt gezocht op het woord: bricht.
1brechen (onovergankelijk werkwoord) 1breken: in die Knie brechen in elkaar zakken¶(informeel) auf Biegen oder Brechen koste wat het kost, met alle geweld, per se
2brechen (overgankelijk werkwoord) 1breken: (wiskunde) gebrochene Zahl gebroken getal, breuk2(akker) ploegen, omploegen3(bloemen) plukken4(bloed, gal) opgeven; braken, overgeven5(papier) vouwen6(ver)breken, schenden: die Ehe brechen echtbreuk plegen
sich 3brechen (wederkerend werkwoord) 1breken: sich Bahn brechen veld winnen
bricht 3e persoon onvoltooid tegenwoordige tijd van 1brechen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.