Betekenis 'ausladend'
Je hebt gezocht op het woord: ausladend.
1ausladen (onovergankelijk werkwoord) 1uitsteken, uitspringen¶(schertsend) die Gäste wieder ausladen de gasten afzeggen
2ausladen (overgankelijk werkwoord) 1uitladen, lossen
ausladend 1uitstekend, weids, groots: ausladende Bäume breed uitgegroeide bomen; ausladende Gebärden weidse gebaren
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.