Betekenis 'Ruck'
Je hebt gezocht op het woord: Ruck.
Ruck (m; 2e naamval: -(e)s; meervoud: -e) 1ruk: mit einem Ruck ineens, plotseling; (figuurlijk) sich (innerlich) einen Ruck geben zich vermannen, zich over iets heen zetten
1rücken (onovergankelijk werkwoord) 1opschuiven, plaatsmaken, zich verplaatsen: an jemands Stelle rücken iemands plaats innemen; in den Mittelpunkt rücken centraal komen te staan; näher rücken naderen, dichterbij komen (moment)2(militair) uitrukken, (op)trekken, gaan¶jmdm. zu Leibe rücken iem. te lijf gaan
2rücken (overgankelijk werkwoord) 1rukken, (ver)zetten, (ver)plaatsen; (ver)schuiven
Rücken (m; 2e naamval: -s; meervoud: -) 1rug (ook figuurlijk): sich den Rücken freihalten zijn rug vrijhouden; (sport) 100 m Rücken 100 m rugslag; jmdm. in den Rücken fallen iem. in de rug (of: van achteren) aanvallen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.