Betekenis 'Laute'
Je hebt gezocht op het woord: Laute.
1laut (bijvoeglijk naamwoord) 1luid(ruchtig), druk: laut lesen hardop lezen; das kannst du laut sagen dat kun je wel stellen; es wurden Stimmen laut er gingen stemmen op; laut sein lawaai maken2gehorig: eine laute Wohnung een gehorige woning¶laut werden bekend worden
2laut (voorzetsel) 1luidens, volgens: laut des Vertrags volgens het contract
Laut (m; 2e naamval: -(e)s; meervoud: -e) 1geluid, klank: er gab keinen Laut von sich hij gaf geen kik
Laute (v; 2e naamval: -; meervoud: -n) 1luit
lauten 1klinken, luiden: das Urteil lautet auf einen Monat Freiheitsstrafe het vonnis luidt een maand gevangenisstraf; auf den Namen X lauten op naam staan van X
läuten 1(m.b.t. klok) luiden: die Glocken läuten de klokken luiden2bellen: hat es geläutet? is er gebeld?
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.