Betekenis 'Haus'
Je hebt gezocht op het woord: Haus.
Hau (m; 2e naamval: -(e)s; meervoud: -e) 1klap, slag
Haus (o; 2e naamval: -es; meervoud: Häuser) 1(woon)huis: nach Haus(e) kommen thuiskomen; zu Haus(e) sein, bleiben thuis zijn, blijven2handelshuis, zaak, firma3hotel4schouwburg: ein ausverkauftes Haus een uitverkochte zaal¶altes Haus! ouwe jongen!; ins Haus stehen te wachten staan
hausen 1huizen2huishouden, tekeergaan
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.