Betekenis 'zullen'

Je hebt gezocht op het woord: zullen.

1zul·len (ik zal, jij zult of zal, hij zal, wij zullen; ik zou, wij zouden; u zou(dt)) 1verplicht zijn: gij zult niet stelen 2zul·len (hulpwerkwoord) 1zuiver toekomend: ze zullen morgen komen2voorwaardelijk toekomend: ze zouden zijn gekomen als … 3zul·len (hulpwerkwoord; van modaliteit) 1een mogelijkheid, waarschijnlijkheid uitdrukkend: dat zal wel (a) het is waarschijnlijk zo; (b) ik geloof er niets van2onzekerheid uitdrukkend: wat zou dat? wat geeft dat?3bedreiging uitdrukkend: ik zal je! nl. straffen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.