Betekenis 'wit'
Je hebt gezocht op het woord: wit.
1wit (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) 1van de helderste, lichtste kleur (tegenstelling: 1zwart (1)): de witte vlag teken van overgave; een witte kerst met sneeuw; de wereld van het witte doek de filmwereld; witte pomp benzinepomp met lagere verkoopprijzen dan de algemeen vastgestelde2bleek: wit worden3met een lichte huidskleur; = blank: een witte school met overwegend blanke leerlingen4legaal: wit bijverdienen
2wit (het; o; meervoud: witten) 1de witte kleur: in het wit trouwen2(typografie) onbedrukte gedeelten tussen woorden en regels en rondom een pagina: een regel extra wit tussen de twee paragrafen3verkorting van: wittebrood: een heel wit
wit·ten (witte, heeft gewit) 1met witkalk bestrijken2witwassen (2)
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.