Betekenis 'wijsje'

Je hebt gezocht op het woord: wijsje.

1wijs , wij·ze (de; v(m); meervoud: wijzen) 1manier van doen: bij wijze van proef; geneeswijze, werkwijze2gewoonte, gebruik: het is maar bij wijze van spreken niet letterlijk3melodie: een vrolijk wijsje; op de wijs van het Wilhelmus; iem. van de wijs brengen in de war, van streek maken4(taalkunde) verhouding van de inhoud van de zin tot de werkelijkheid volgens de voorstelling van de spreker: de aantonende, aanvoegende, gebiedende, onbepaalde wijs 2wijs (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord; vergrotende trap: wijzer, overtreffende trap: wijst) 1verstandig, door ervaring geleerd; van gezond verstand, van goed overleg getuigend: een wijs besluit; ergens wijzer van worden (a) leren van iets; (b) geld verdienen aan iets; hij is niet goed wijs niet goed bij zijn verstand 1wij·ze (de; m/v/x; meervoud: wijzen) 1wijs iemand 2wij·ze zie 1wijs

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.