Betekenis 'wandel'

Je hebt gezocht op het woord: wandel.

wan·del (de; m) 1hij is aan de wandel maakt een wandeling wan·de·len (wandelde, heeft, is gewandeld) 1(voor zijn ontspanning) lopen: op en neer wandelen; wandelende tak grote soort sprinkhaan die op een takje lijkt

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.