Betekenis 'verleden'
Je hebt gezocht op het woord: verleden.
1ver·le·den (bijvoeglijk naamwoord) 1vroeger: (taalkunde) de verleden tijd; dat is allang verleden tijd voorbij2vorig: verleden jaar
2ver·le·den (het; o) 1tijd die voorbij is: in het verleden; een verleden hebben ongunstige dingen gedaan of beleefd hebben
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.