Betekenis 'thuis'

Je hebt gezocht op het woord: thuis.

1thuis (bijwoord) 1in zijn huis: hij is goed thuis in de geschiedenis er goed van op de hoogte; (sport) thuis spelen op eigen veld 2thuis (het; o) 1plaats waar iem. zich thuis voelt

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.