Betekenis 'schoot'
Je hebt gezocht op het woord: schoot.
schie·ten (schoot, heeft, is geschoten) 1een projectiel werpen door middel van een vuurwapen of boog: niet geschoten is altijd mis je kunt het altijd proberen, nee heb je al2raken met een projectiel: twee hazen schieten; ik kan hem wel schieten ik heb een grote hekel aan hem3uitwerpen: zijn ogen schoten vuur4zich (snel of plotseling) verplaatsen: hij schoot de hoek om5niet langer tegenhouden: een touw laten schieten¶dat heb je goed geschoten goed ingezien; in de lach schieten plotseling beginnen te lachen; dat wil me niet te binnen schieten ik herinner het mij niet; plaatjes schieten foto's maken
1schoot (de; m; meervoud: schoten) 1de hoek tussen lichaam en dijen bij een zittend persoon: op iemands schoot zitten; in de schoot vallen zonder moeite iets (in overvloed) krijgen; (figuurlijk) iem. aan de schoot der aarde toevertrouwen begraven
2schoot (de; m; meervoud: schoten) 1touw waarmee zeilen worden neergehaald en vastgezet
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.