Betekenis 'poten'

Je hebt gezocht op het woord: poten.

1poot (de; m; meervoud: poten) 1elk van de ledematen van een dier: (van een mens) op zijn achterste poten gaan staan zich driftig tegen iets verzetten; op zijn pootjes terechtkomen goed aflopen; geen poot aan de grond krijgen geen enkele kans krijgen2(informeel) been of voet van een mens: geen poot hebben om op te staan geen argument hebben om zijn aanspraken of beweringen waar te maken; iem. een poot uitdraaien afzetten (8); iem. pootje haken laten struikelen; zijn poot stijf houden koppig zijn, niet toegeven3(informeel) hand: geen poot uitsteken niets doen4een of meer steunsels van een voorwerp: de poten van een tafel; de poten onder iemands stoel wegzagen iemands positie ondermijnen; iets op poten zetten organiseren5onderdeel van een bedrijf: bouwpoot, metaalpoot 2poot (de; m; meervoud: poten) 1(informeel; beledigend) mannelijke homoseksueel po·ten (pootte, heeft gepoot) 1één voor één in de grond zetten, m.n. van jonge planten

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.