Betekenis 'plaag'
Je hebt gezocht op het woord: plaag.
plaag (de; v(m); meervoud: plagen) 1door God gezonden straf2onaangenaamheid en last; = onheil: rattenplaag, vlooienplaag3besmettelijke ziekte: de koeien zijn aan de plaag gestorven
pla·gen (plaagde, heeft geplaagd) 1voor de grap proberen kwaad te maken: je moet je zusje niet zo plagen2lastigvallen, hinderen: we werden geplaagd door tegenslag
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.