Betekenis 'pakkend'

Je hebt gezocht op het woord: pakkend.

pak·ken (pakte, heeft gepakt) 1(ordelijk) bij elkaar voegen, zodat een pak ontstaat: je spullen pakken (a) je bezittingen inpakken, meestal voor je vertrekt; (b) weggaan2grijpen, beetpakken: iem. te pakken hebben (a) beethebben en niet loslaten; (b) bedriegen3vangen, gevangennemen; = betrappen4houden, grijpen; = aanslaan (8): (van een motor) hij pakt!hij heeft het erg te pakken is erg verkouden, ziek, verliefd enz. pak·kend (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) 1boeiend, spannend: een pakkend boek

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.