Betekenis 'overschot'

Je hebt gezocht op het woord: overschot.

over·schot (het; o; meervoud: overschotten) 1dat wat overgebleven is; rest, restant2dat wat te veel, meer dan nodig is (tegenstelling: tekort): een overschot aan personeel; een overschot op de betalingsbalans; (België) overschot van gelijk hebben volledig gelijk hebben

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.