Betekenis 'omgaande'
Je hebt gezocht op het woord: omgaande.
om·gaan (ging om, heeft, is omgegaan) 1om iets gaan; = rondgaan: een straatje omgaan wat rondlopen2voorbijgaan: de dag ging om3verkeren met, omgang hebben: met iem. omgaan4gebeuren: in onze stad gaat niet veel om valt niet veel te beleven5verzet opgeven
om·gaan·de (bijvoeglijk naamwoord) 1per omgaande met de eerstvolgende post
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.