Betekenis 'matig'

Je hebt gezocht op het woord: matig.

ma·tig (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) 1niet overdreven: een matige eis2sober, eenvoudig3niet best; = middelmatig: ik vind het maar matig ma·ti·gen (matigde, heeft gematigd) 1binnen de maat, binnen zekere perken houden; = verminderen2zich matigen zich inhouden

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.