Betekenis 'leen'

Je hebt gezocht op het woord: leen.

leen (het; o; meervoud: lenen) 1(historisch) goed, m.n. grondbezit waarvan iem. het vruchtgebruik kreeg: een goed in leen geveniem. iets te leen geven het hem lenen le·nen (leende, heeft geleend) 1tijdelijk aan iem. afstaan om te gebruiken (m.n. kosteloos); te leen geven: iem. een fiets lenen; zich voor iets lenen (a) (van zaken) geschikt zijn voor; (b) (van personen) zich laten gebruiken voor2te leen krijgen: een boek van iem. lenen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.