Betekenis 'kiezen'

Je hebt gezocht op het woord: kiezen.

1kies (de; v(m); meervoud: kiezen) 1tand met breed, knobbelig kauwvlak: een rotte kies (a) aangetast door tandbederf; (b) (figuurlijk) iets dat zijn omgeving ontsiert; zijn kiezen op elkaar houden niets zeggen; iets achter de kiezen hebben (a) het net opgegeten hebben; (b) iets doorstaan, meegemaakt hebben; iets voor zijn kiezen krijgen iets te verwerken, verduren krijgen 2kies (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord; vergrotende trap: kieser, overtreffende trap: meest kies) 1fijngevoelig2van een fijn gevoel blijk gevend; = fatsoenlijk3een fijn gevoel vereisend; = delicaat kie·zen (koos, heeft gekozen) 1een keus doen; het is kiezen of delen gezegd als er moet worden gekozen uit onaangename mogelijkheden2bij stemming aanwijzen: iem. tot voorzitter kiezenhet ruime sop kiezen uitvaren (1)

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.