Betekenis 'hoop'
Je hebt gezocht op het woord: hoop.
1hoop (de; m; meervoud: hopen) 1(ongeordende) stapel: alles op één hoop gooien geen onderscheid maken; een hoop mest2(grote) menigte: een hele hoop een heleboel; te hoop lopen tegen een voorstel er massaal tegen in opstand komen
2hoop (de; v(m)) 1verlangen, wens dat iets aangenaams werkelijkheid zal worden; op hoop van zegen ik hoop dat het lukt, maar ik ben er niet zeker van2iem. waarop alle hoop is gevestigd
ho·pen (hoopte, heeft gehoopt) 1hoop hebben, graag willen; = wensen; het is niet te hopen dat zij de trein heeft gemist dat zou heel vervelend zijn; we hopen op mooi weer
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.