Betekenis 'geluid'
Je hebt gezocht op het woord: geluid.
ge·luid (het; o; meervoud: geluiden) 1trillende beweging van de lucht die door het gehoororgaan wordt waargenomen
lui·den (luidde, heeft geluid) 1(van een klok) klinken, weerklinken (doordat de klepel aan weerskanten met de wand in aanraking komt): de klokken luiden2die en die woorden bevatten; dat en dat behelzen: hoe luidt dat verhaal?
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.