Betekenis 'gast'

Je hebt gezocht op het woord: gast.

gast (de; m/v/x; meervoud: gasten) 1iem. die op bezoek is: hij is er een graag geziene gast iem. die je graag ziet verschijnen; te gast zijn bij iem.; vandaag is bij ons te gast mevrouw Z. om te praten over …; een ongenode gast dief, inbreker2klant in een horecagelegenheid of vakantieverblijf: zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten als iem. een slechte eigenschap aan iem. toeschrijft is de kans groot dat hij zelf ook die eigenschap heeft3figuur, type, persoon: een rare gast4(informeel) aanspreekvorm voor een man

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.