Betekenis 'engels'

Je hebt gezocht op het woord: engels.

en·gel (meervoud: engelen) 1(m) hemels wezen2(m/v/x) persoon als een engel 1En·gels (bijvoeglijk naamwoord) 1van, in, uit Engeland: Engelse ziekte rachitis 2En·gels (het; o) 1o.m. in het Verenigd Koninkrijk, Ierland, de VS, Australië en Canada gesproken taal

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.