Betekenis 'eitje'
Je hebt gezocht op het woord: eitje.
ei (het; o; meervoud: eieren; verkleinwoord: eitje) 1cel waaruit het embryo ontstaat, m.n. vogelei, kippenei: een Russisch ei slaatje met o.a. twee halve eieren en mayonaise; een zacht(gekookt) eitje werkje dat weinig moeite kost; je ei niet kwijt kunnen niet (kunnen) zeggen wat je eigenlijk wilt zeggen; eieren voor zijn geld kiezen afzien van het onbereikbare en met een kleiner voordeel genoegen nemen; op eieren lopen heel voorzichtig zijn; het ei van Columbus eenvoudige oplossing voor een schijnbaar moeilijk probleem2(spottend) man die niet erg mannelijk is, halve zachte: wat een ei, die vent; een blij ei iem. die altijd maar blij en vrolijk is¶(België) ei zo na bijna
ei·tje (het; o; meervoud: eitjes) 1klein ei2eicel: het eitje wordt bevrucht door een zaadje3iets dat heel makkelijk is: dat examen was een eitje
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.