Betekenis 'data'

Je hebt gezocht op het woord: data.

da·ta (meervoud) 1gegevens: de data zijn verstuurd da·tum (de; m; meervoud: datums, data) zie data1(vermelding van) dag, maand en jaar: een datum prikken een datum kiezen voor een bijeenkomst e.d.; (van levensmiddelen) over datum waarvan de uiterste verkoopdatum verstreken is

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.