Betekenis 'bruin'

Je hebt gezocht op het woord: bruin.

1bruin (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) 1met de kleur die bestaat uit een vermenging van zwart, rood en geel: ze bruin bakken erg overdrijven2gemakkelijk: een bruin leventje 2bruin (het; o) 1bruine kleur2bruinbrood: mag ik één bruin? 3bruin (de; m) 1bruin paard: dat kan bruin niet trekken dat wordt me te duur brui·nen (bruinde, heeft, is gebruind) 1bruin maken2bruin worden

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.