Betekenis 'blik'
Je hebt gezocht op het woord: blik.
1blik (de; m; meervoud: blikken) 1oogopslag: een blik werpen op; iem. geen blik waardig keuren (of: gunnen) hem uit minachting niet aankijken2uitdrukking van de ogen: een blik van verstandhouding3inzicht: een ruime blik
2blik (het; o) 1dun geplet metaal: een speelgoedauto van blik2(meervoud: blikken) voorwerp van blik: stoffer en blik huishoudgereedschap om stof enz. op te vegen
1blik·ken (bijvoeglijk naamwoord) 1van 2blik (1)
2blik·ken (blikte, heeft geblikt) 1de ogen op of naar iets richten
3blik·ken (werkwoord, onbepaalde wijs) 1zonder blikken of blozen zonder gêne
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.