Betekenis 'aflopen'

Je hebt gezocht op het woord: aflopen.

af·loop (de; m; meervoud: aflopen) 1einde: na afloop2uitslag: de afloop van een gevecht af·lo·pen (liep af, heeft, is afgelopen) 1naar beneden lopen: de trap aflopen2hellen: de weg loopt af3tot het einde toe lopen: een pad aflopen4ten einde lopen; = eindigen5in alle richtingen doorkruisen: de hele stad aflopen6(van een wekker) beginnen te ratelen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.