Betekenis 'OPENBAAR'

Je hebt gezocht op het woord: OPENBAAR.

1open·baar (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) 1algemeen bekend: openbaar maken2voor ieder toegankelijk; = publiek: de openbare school gesticht, onderhouden en beheerd door de overheid; openbaar vervoer trein, bus, tram, metro, veerdiensten enz.3algemene aangelegenheden betreffend 2open·baar (het; o) 1in het openbaar voor het oog van iedereen, in het publiek open·ba·ren (openbaarde, heeft geopenbaard) 1bekendmaken, onthullen: iem. de geheimen van iets openbaren

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.