Betekenis 'uitbraak'

Je hebt gezocht op het woord: uitbraak.

uit·bra·ken (braakte uit, heeft uitgebraakt) 1zich door braken ontdoen van; = uitspuwen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.