Betekenis 'stuit'

Je hebt gezocht op het woord: stuit.

1stuit (de; v(m); meervoud: stuiten) 1(m.n. als verkleinwoord) het onderste uiteinde van de rug: op zijn stuitje vallen 2stuit (de; m; meervoud: stuiten) 1keer dat een bal stuit stui·ten (stuitte, heeft, is gestuit) 1tot staan brengen; = tegenhouden2niet verder kunnen: de bal stuit tegen de muur vliegt ertegenaan en springt terug3(+ op) ontmoeten: op verzet stuiten

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.