Betekenis 'ophouden'

Je hebt gezocht op het woord: ophouden.

op·hou·den (hield op, heeft, is opgehouden) 1omhooghouden2uitsteken3op het hoofd houden: de hoed ophouden4hooghouden, op peil houden: de schijn ophouden5belemmeren in het werken; = tegenhouden: ik zal u niet ophouden; kan je het nog even ophouden? nl. de ontlasting of urine6eindigen, uitscheiden: ophouden met werken7zich ophouden tijdelijk verblijven8zich ophouden (a) zich bezighouden met; (b) omgaan met; zich ophouden met verdachte types

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.