Betekenis 'afspraken'

Je hebt gezocht op het woord: afspraken.

af·spraak (de; v(m); meervoud: afspraken) 1mondelinge overeenkomst: volgens afspraak af·spre·ken (sprak af, heeft afgesproken) 1een afspraak maken: afspreken met vrienden2bij mondelinge overeenkomst bepalen; = overeenkomen: een datum afspreken; dat is dan afgesproken!; elkaar op de afgesproken tijd ontmoeten; dat is afgesproken werk dat is een van tevoren bedacht plan om iem. te misleiden

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.