Betekenis 'Ziel'

Je hebt gezocht op het woord: Ziel.

ziel (meervoud: zielen) 1(v(m)) het niet-stoffelijk gedeelte vanwaaruit de mens leeft; (religie) onsterfelijk deel van de mens: ter ziele gaan (a) sterven, overlijden; (b) ophouden te bestaan; God hebbe zijn ziel gezegd van een overledene; met zijn ziel onder zijn arm lopen doelloos en zich vervelend; zich met hart en ziel aan iets wijden met zijn hele wezen; iem. op zijn ziel trappen hem krenken, beledigen2(m/v/x) persoon, mens: hoe meer zielen hoe meer vreugd hoe meer gasten hoe prettiger; zieltjes winnen bekeerlingen maken

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.