Betekenis 'Uitgeput'

Je hebt gezocht op het woord: Uitgeput.

uit·ge·put (bijvoeglijk naamwoord) 1totaal verzwakt; = doodop uit·put·ten (putte uit, heeft uitgeput) zie uitgeput1helemaal verbruiken: de voorraden zijn uitgeput2krachteloos maken

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.