Betekenis 'Makker'

Je hebt gezocht op het woord: Makker.

mak (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord; vergrotende trap: makker, overtreffende trap: makst) 1tam, niet wild; = gedwee mak·ker (de; m/v/x; meervoud: makkers) 1kameraad, gezel, maat

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.