Betekenis 'suf'
Je hebt gezocht op het woord: suf.
suf (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord; vergrotende trap: suffer, overtreffende trap: sufst) 1niet helder van geest: zich suf piekeren
suf·fen (sufte, heeft gesuft) 1slaperig peinzen, gedachteloos zijn
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.